Wroclaw heeft een duizend jaar oude geschiedenis, die werd gekleurd door onder meer Tataren, Bohemen, Habsburgers, Pruisen, Nazi-Duitsers en Russen.
Marktstadje
De eerste keer dat Wroclaw in historische documenten wordt genoemd is onder de naam Wratislawa. In de negende eeuw was er, vlakbij een doorwaadbare plaats, een marktstadje
onder die naam gevestigd op een groot eiland in de rivier de Odra.
Kathedraaleiland
Later, toen er een kathedraal werd gebouwd, zou dit eiland de naam Ostrów Tumski (kathedraaleiland) krijgen. In de dertiende eeuw werd de stad, zoals de meeste nederzettingen in zuidelijk Polen, verwoest door de Tataren, en vervolgens weer opgebouwd op de linkeroever van de Odra. Onder de naam Preslau werd het vervolgens de hoofdstad van een onafhankelijk hertogdom dat deel ging uitmaken van de Hanze.
Habsburgse Rijk
Vervolgens kwam de stad twee eeuwen lang onder Boheems bestuur te staan, en werd steeds welvarender. Aan de Boheemse periode kwam een eind toen Wroclaw (inmiddels Breslau geheten) deel ging uitmaken van het Habsburgse Rijk. In de 18de eeuw kregen de Pruisen het voor het zeggen in de stad, die steeds nadrukkelijker door Duitse invloeden werd gekenmerkt.
Vestingstad
Na de Duitse eenwording werd de stad een van de meest oostelijke buitenposten van het Duitse Keizerrijk. Ook na de Eerste Wereldoorlog bleef Wroclaw/Breslau deel uitmaken van Duitsland en aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de stad door de Duitsers veranderd in één groot fort ter verdediging tegen de Sovjettroepen: Festung Breslau. Er werden gigantische verwoestingen aangericht.
Zorgvuldige restauratie
In de jaren na de oorlog werd de stad, nu deel van Polen en eindelijk onder de naam Wroclaw, met zorg gerestaureerd. Vandaag de dag wordt Wroclaw tot de meest sfeervolle steden van het land gerekend en dikwijls vergeleken met het beroemdere Krakau.